Broodfok bij honden

De laatste tijd is broodfokken weer volop in de Belgische media. En niet met succesverhalen over lieve gezonde puppy’s en kittens, maar wel door de dieronterende omstandigheden waaronder het er in de broodfok aan toegaat. Is het raar dat we ons hardop afvragen, hoe het mogelijk is dergelijke praktijken nog altijd getolereerd worden.

Website broodfok.be overgenomen door uitgelatenhond.nl

De website van broodfok.be is overgenomen door uitgelatenhond.nl al de informatie over broodfok van de homepagina kan u hieronder terug vinden. Ook alle andere artikelen over broodfok die te vinden waren op broodfok.be zijn op deze website toegevoegd.

Bij Uitgelaten Hond kan je ook nog extra informatie vinden over alle soorten hondenrassen, reviews en veel voorkomende problemen bij honden.

Enkele populaire reviews

Soorten hondenrassen

Veelvoorkomende problemen bij Honden

Wat is broodfokken

Voordat we ingaan op de problematiek dat broodfokken met zich meebrengt, is het goed het begrip eerst eens uit te vergroten. Het fokken van dieren, met het doel er geld mee te verdienen en het bijkomende dierenleed dat ervoor gezorgd heeft dat de broodfokkerij in zo’n negatief daglicht is komen te staan, zijn niet onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Broodfokken in de praktijk is het fokken van dieren, waarbij geld verdienen belangrijker is dan het welzijn van het dier. Wanneer er gesproken wordt over broodfokken, gaat het meestal over honden en katten. Goed beschouwd echter, zijn alle fabrieksmatige dierfokkerijen een vorm van broodfokkerij. Ook fokkerijen waar dieren gekweekt worden die daarna hun leven moeten slijten in een (te) kleine kooi of kist, omdat het bont niet mag beschadigen, ze eieren moeten leggen of gebruikt worden voor de melk- of vleesproductie vallen onder broodfokkerij. Omdat het hier onze voedselvoorziening betreft, wordt deze manier van dierproductie bedekt met de mantel van economisch belang.

Gezelschapsdieren hebben geen economisch belang, maar vormen een onderdeel van ons gezin. We willen daarom een zo gezond mogelijk dier dat geleerd heeft de mens te vertrouwen. Niet een dier wat nooit anders gezien heeft dan een donker hok, niet weet wat hond zijn is en waar je meteen mee naar een dierenarts moet omdat het vol zit met parasieten.

Om even bij de honden te blijven. Het zijn tenslotte deze broodfokkers die het meest in het nieuws komen. Een broodfokker heeft vaak veel puppy’s op voorraad en kan er makkelijk aankomen. Bij de dekking wordt niet gelet op eventuele familiebanden en krijgt de teef niet de benodigde rustpauze tussen de zwangerschappen. In veel puppyfabrieken laten de hygiënische omstandigheden te wensen over en zijn de dieren verstoken van een normale sociale omgang met andere honden en mensen.

Dergelijke situaties liggen aan de basis voor gedragsproblemen waar het dier zeer moeilijk of niet meer vanaf te helpen is. Veel fokdieren komen zelfs hun hele leven de kooi niet uit. Om zo veel mogelijk geld te verdienen, worden de pups niet ontwormt, ingeënt of gechipt. Doordat er geen registratie is, komt inteelt aan de lopende band voor met als gevolg een zwakker gestel of serieuze genetische afwijkingen.

Historie van het broodfokken in België

Het broodfokken is ontstaan doordat de mens bepaalde dieren is gaan fokken voor specifieke eigenschappen. In de negentiende eeuw kwam men erachter dat door steeds weer opnieuw dieren met hetzelfde uiterlijk of kenmerken met elkaar te laten paren, er mogelijkheden ontstonden tot het versterken van kenmerken of zelfs het creëren van kenmerken. Dit zien we terug bij vleesrunderen en koeiensoorten die alleen goed zijn voor de melkproductie, werk- en renpaarden, maar ook honden die we houden om hun uiterlijke kenmerken en die verder geen werktaak zouden kunnen uitvoeren, zijn een resultaat van selectief fokken.

Tot eind 19e eeuw werd er met honden gefokt die specifieke kenmerken vertoonden op het gebied van een taak die van hun verwacht werd. Dat kon het erf bewaken of assistentie bij de jacht zijn maar ook het redden van mensen uit de sneeuw of het zoeken van truffels. Pas in het jaar 1873 ging men een stap verder en werd er een aanvang gemaakt met het creëren van kenmerken op basis van het uiterlijk. De naam rashond werd een stempel voor kwaliteit. Hiermee was de trend gezet voor het houden van een hond als huisvriend of deco-object, in plaats van als werkdier.

Door selectief fokken ontstonden er steeds meer voorwaarden waaraan een raszuivere hond moest voldoen. Zo mochten de ouderdieren geen overdraagbare erfelijke aandoeningen hebben, omdat anders de kwaliteit van het ras in het geding kwam. Om dit alles in kaart te kunnen brengen werden rasverenigingen opgezet die alles netjes documenteerden: de stambomen registratie. Een dergelijk kwaliteitslabel brengt echter kosten met zich mee.

Kosten waar de koper van de pup uiteindelijk voor opdraait. Dit is meteen ook een van de belangrijkste redenen waarom aanschaf van een echte (geregistreerde) rashond of –kat een dure aangelegenheid is. Een tweede reden waarom een gezonde jonge hond duur in aanschaf is dat het op een diervriendelijke manier houden en kweken van een honden nu eenmaal ook kosten met zich meebrengt.

Scrupuleloze mensen die niets om het welzijn van dieren gaven, maar liefst wel snel en makkelijk geld wilden verdienen, zagen een gat in de markt: de broodfokkerij. Later kwam daar nog de dierenhandel bij. Toen eenmaal bleek dat aan de vraag van bepaalde rassen niet te voldoen was vulde men het tekort aan met goedkope pups uit het buitenland. Dit heel voorspoedig en in België was er zo weinig controle op de invoer van jonge hondjes dat boeren in de betreffende landen zelfs hun vee opdoekten, om van hun boerderij een puppyfabriek te maken. De droevige gevolgen lieten niet lang op zich wachten.

Huidige broodfok praktijken in België

Al zolang als dat de mens dieren gebruikt voor het eigen gewin zijn we actief met het fokken ervan. Op boerderijen worden dieren al sinds mensenheugenis ingezet als werkkracht. Om de dieren speciale taken uit te kunnen laten voeren, is het fokken voor specifieke eigenschappen eigenlijk al heel oud. Denk aan, paarden, muildieren en koeien en honden, als arbeidskracht. Daar is op zich niets mis mee. Hoe meer echter het belang van de mens vooropgesteld werd, lees zijn portemonnee gevuld werd, hoe slechter het ging met het welzijn van fokdieren.

Voor broodfokkers is het dierenwelzijn ondergeschikt aan de financiële winst. Wist je dat na de handel in drugs en wapens, de dierenhandel in Europa op nummer drie staat van lucratieve criminele activiteiten? Willens en wetens sluiten we daar allemaal onze ogen voor. Maar al te vaak is jong huisdier een impulsinkoop. Zeker als je een kleine hebt die je de kop stijf zeurt om een huisdier, wil je geen weken of maanden moeten wachten. Aangezien een hond maar twee keer per jaar een nestje kan krijgen, kan het zijn dat er bij een officiële kweker een wachtlijst is. Dus wat doe je? Je koopt bij een snelle fokker die hondjes of poesjes op voorraad heeft.

Dierenorganisaties in België strijden al tientallen jaren voor de bestrijding van de broodfokkerij. Zij zijn er niet op tegen dat een dier gefokt wordt voor bepaalde specifieke kenmerken, maar wél wanneer het welzijn van het dier daarbij in het geding komt. Duurzaamheid en dierwelzijn kunnen prima samengaan. En niet alleen de dieren zijn daarbij gebaat. Als je een jong hondje of poesje koopt bij een kweker die niet fabrieksmatig werkt, haal je gegarandeerd een gezonder en meer gesocialiseerd dier in huis.

Na de intrede van de sociale media is het steeds makkelijker geworden malafide broodfokkers aan het licht te brengen. In 2013 bijvoorbeeld, zette een Belgische activiste voor dieren een lijst met malafide broodfokkers op haar Facebookpagina. Het bracht heel wat teweeg. Ze haalde er ten eerste de woede van de gehele broodfokindustrie mee op de hals, waardoor ze haar lijst dan ook al rap moest verwijderen. Het was echter wel een actie die de basis vormde voor meerdere aanpassingen aan de Belgische wetgeving ten aanzien van dierenrechten.

Ethische overwegingen bij broodfokken

Hoe kun je broodfok samen laten gaan met diervriendelijkheid, wat zijn de gevolgen voor het ras op de langere termijn en als allerbelangrijkste ethische vraag: in hoeverre mag je genen van een dier veranderen ten behoeve van onze eigen belangen en behoeften?

We noemden het al eerder: broodfokken is een ruim begrip. De term gaat niet alleen op voor honden en katten. Ook fokkerij-organisaties die zich toeleggen op de kweek van melkkoeien, legkippen of laboratoriumdieren vallen onder de broodfok. De rode draad van broodfok is dat we de fokdieren generaties voort laten brengen die allerhande vervelende neveneffecten met zich meedragen. Op dit moment echter, brengen ze echter winst op. Voor de toekomst brengt dit wel desastreuze gevolgen mee voor het voortbestaan van het ras. Broodfok heeft op deze manier weinig te maken met respect voor mens, dier en milieu. Oftewel, duurzaamheid is ver te zoeken.

Ongewenste neveneffecten

Het ongewenste neveneffect van genetische modificatie op dieren is niet gering. Zelfs vaak in die mate dat bepaalde goede eigenschappen van een dier volledig ten onder gaan aan de negatieve neveneffecten. De levenskwaliteit van dieren die aan de genetische standaard voldoen, wordt ondergeschikt gesteld aan het geldelijk gewin. We geven enkele voorbeelden:

  • Varkens: toename van biggensterfte en zwakke biggen door eenzijdige selectie op worpgrootte.
  • Vleeskuikens: vertonen continu hongergedrag en stoppen niet met eten.
  • Leghennen: afname broedsheid.
  • Holstein-koeien: bronstgedrag neemt af.
  • Engelse buldog: kan niet meer zelfstandig baren.

Niet alle fokdieren, voldoen aan het gewenste plaatje. Er is altijd een selectie dat niet gebruikt kan worden voor het doel waarvoor het gekweekt is. Dit noemen we surplus dieren. Deze worden simpelweg afgemaakt.

Duurzaamheid

Duurzaamheid is sinds 1987 internationaal en nationaal een onderwerp van discussie. Het was in die tijd dat we ons ervan bewust werden dat als we met de industrialisatie op deze voet doorgingen, er weinig over zou blijven voor de toekomstige generaties. Veel landen kampen inmiddels met akkermoeheid, te lage grondwaterstanden en een mestoverschot.
In de broodfokkerij van honden en katten zien we steeds meer afwijkingen voorkomen die niet alleen ontstaan zijn door het overmatig versterken van kenmerken, maar ook door inteelt. Zo zijn door onverstandig fokken van de dalmatiër veel van deze honden tegenwoordig zenuwachtig en agressief, terwijl het van oorsprong lieve rustige honden zijn. Een ander ras dat door onzorgvuldig kweken kapot gefokt is, is de Bordeauxdog. Deze heeft inmiddels zoveel erfelijke afwijkingen dat zijn bouw veel te zwaar is voor het lichaam. Als gevolg daarvan worden deze dieren gemiddeld nog maar vijfenhalf jaar oud.

Biodiversiteit

Een hondenras waarvan we willen dat ook onze kleinkinderen er nog plezier van hebben, kan door de broodfokkerij kapotgemaakt worden. Biodiversiteit in de vorm van genetische variëteit is een pre voor het welzijn van onze huisdieren. Door pups en kittens te kopen bij geregistreerde fokkers dragen we bij aan het behoud van het ras en de gezondheid van hun nageslacht. Doordat de erkende kweker werkt met geregistreerde dieren is hij moreel verantwoord bezig. Hij zet immer niet de gezondheid op het spel van het ras of het individuele dier.

Alternatieven voor broodfokken

“Om in het bestaan van de mensheid, of om in de aanvraag van huisdieren te voldoen, hebben we toch fokkers nodig en of hij dat nu als zijn beroep uitoefent, maakt me niet zo veel uit” horen we je zeggen. Dat klopt, maar broodfokken kan ook zonder dierenleed. Met de moderne technologie van tegenwoordig is het een koud kunstje om de sector in goed banen te leiden. Daarnaast moet de fokker ervan doordrongen worden dat het fokdoel zich niet beperkt tot een goed gevulde bankrekening, maar ook tot het behouden en verbeteren van het ras.

Gelukkig zijn er genoeg fokkers in België die zich ruimschoots inzetten voor het belang van het dier. Die de dieren met liefde behandelen, leren socialiseren voordat ze naar hun nieuwe huis gaan en de eerste medische handelingen met ze doorlopen. Bij aankoop van zo’n dier heb je garantie en mocht het karakter van de pup niet matchen met dat van de koper, wordt er naar een oplossing gezocht. Wist je dat honden van geregistreerde fokkers beduidend minder in een asiel terechtkomen? Het is namelijk niet de schuld van de hond dat hij ziek of onhandelbaar is.

Het is aan ons om de alternatieven te willen zien. Doordat wijzelf als consument, maar puppy’s en kittens in een impuls blijven aankopen, houden we de broodfokkerij in stand. En “ik koop maar een puppy bij een broodfokker, want dan is die tenminste gered”, is een zwak excuus. Juist door bij een broodfokker een niet geregistreerde pup of zo’n ‘zielig Roemeens hondje’ aan te kopen, blijven deze mensen vrolijk doorgaan met hun criminele praktijken.

Wettelijke regelingen

In 1956 is bij besluit een nieuwe wet van kracht gegaan betreffende de verbetering van rassen voor landbouw nuttige huisdieren. Dit besluit legt regels op aan dierenfokkers met betrekking tot de administratieve verwerking van fokgegevens teneinde de genetische diversiteit binnen een ras hoog te houden. Pas in 2013 werd hieraan de categorie honden toegevoegd. Tevens werd toen ook aan de Vlaamse minister van landbouw een lijst gevraagd van hondenrassen die genetische modificatie ondergingen. Deze lijst van in totaal eenentwintig hondenrassen kwam er in 2015.

Volgens de huidige regelgeving van de dierfokkerij erkend de overheid drie soorten fokkers:

  • Hobbyfokker, deze heeft meerdere teven, met zo’n drie tot tien nestjes per jaar.
  • Professionele kweker heeft meer dan tien nestjes van minimaal vijf teven.
  • Kweker/handelaar heeft meer dan vijf teven, minstens tien nestjes per jaar én verhandelt daarbij pups van andere kwekers.

Heb je zelf een teef die je zo nu en dan jongen laat krijgen, val je onder de categorie occasionele fokker. Deze valt buiten de wet. Een honden- of kattenkwekerij, dierenasiel, dierenpension of dierenhandelszaak die voldoet aan de gestelde voorwaarden, krijgt een erkenning (HK-nummer) van Dierenwelzijn Vlaanderen. Deze erkenning is van onbepaalde duur. Organisaties en verenigingen van fokkers kunnen daarnaast een aanvraag indienen voor een geldelijke bijstand, in de vorm van overheidssubsidie.

Het kweken en handelen in jonge dieren die niet tot de selectie beschermde of exotische soorten behoren, is in ons land niet verboden. Wél kunnen er wettelijke maatregelen genomen worden, als blijkt dat het dierenwelzijn in het geding komt, doordat er zieke dieren worden verkocht of ze onder zulke slechte omstandigheden worden gehuisvest dat men van dierenmishandeling spreekt. Dankzij inspanningen van consument en dierenorganisatie GAIA heeft de Vlaamse regering in 2018 de regelgeving rond de kweek en handel in dieren aangescherpt. Het gaat om een behoorlijk aantal regels, waar dit de zes belangrijkste van zijn:

  • Beperking aantal rassen tot zeven per kweker.
  • Na 2023 mogen honden niet meer in hokken met roostervloeren gehouden worden.
  • De garantietermijn bij aankoop van een dier is gesteld op twee jaar.
  • De verhandelleeftijd van kittens is opgehoogd van zeven naar twaalf weken.
  • Verbod op het gebruik van stockfoto’s voor reclamedoeleinden.
  • Recht van de koper de moeder te mogen zien.
  • Quarantaineperiode voor dieren van een andere kwekerij, dan de eigen kweek of het buitenland, is van vijf naar tien dagen gegaan.

Ondanks deze verscherpte maatregelen haalden eind 2022 toch weer diverse broodfokkers de media, vanwege dieronvriendelijke praktijken.

Conclusie: duurzame en diervriendelijke broodfok

Wanneer er alleen nog maar pups en kittens gekocht zouden worden bij diervriendelijke en duurzame fokkerijen, verdwijnt de vraag naar broodfokpuppy’s vanzelf. Dat mensen niet weten wat er voor dieronterende toestanden er zich afspelen op broodfokkerijen lijkt, met zoveel media-aandacht, haast onmogelijk. Daaruit zou geconcludeerd kunnen worden dat veel van ons simpelweg de ogen sluiten voor wat er gebeurt, zolang ze maar snel en goedkoop aan een hondje kunnen komen.

Aanbevelingen voor verder onderzoek

Een van de belangrijkste punten bij de broodfok van honden en katten zijn het ontbreken van duidelijke richtlijnen. Er is geen enkel toezicht, vanuit de overheid op het opzetten van bijvoorbeeld, een nieuw stamboek. Een fokker van gezelschapsdieren hoeft geen enkele zekerheid te geven over de gezondheid of het welzijn van het dier dat hij verkoopt. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de fok van landbouwhuisdieren. Hiervoor zijn in het Fokkerijbesluit duidelijke richtlijnen vastgelegd die ook gecontroleerd worden.

Ook de informatie die een fokker mee moet geven over eventuele erfelijke gebreken of andere kenmerken die het welzijn van het dier negatief beïnvloeden, hoeven bij verkoop niet benoemd te worden. Aan de informatieplicht zou dus zeer zeker wat gedaan kunnen worden. Het probleem in België is echter dat er drie ministers bevoegd zijn over de wetgeving omtrent gezelschapsdieren. Dat zijn de Vlaams minister van Landbouw, Vlaams minister van Dierenwelzijn en de Federaal minister van Volksgezondheid. En alsof dat nog niet ingewikkeld genoeg is, ligt de controle van paspoorten en rabiës reglementering in handen van het FAVV en is de dienst Dierenwelzijn verantwoordelijk voor de inspectie van de leefomstandigheden van dieren.

Verder zou meer samenwerking op Europees niveau op zijn plaats zijn, daar de broodfokkerij zich voornamelijk afspeelt op internationaal gebied. Niet dat veel broodfokkers zich er iets van aan zullen trekken, het merendeel opereert immers illegaal. Uit sommige maatregelen mag dan blijken dat Europa weet heeft van de broodfokkerij, maar ze geeft vooralsnog niet veel waarborgen voor gezelschapsdieren. Wel is er inmiddels aan de Europese Commissie een initiatief voorgelegd, om gezelschapsdieren verplicht van een identificatie te gaan voorzien.

Referenties